Officieel moeten de ingebrachte projecten voldoen aan twee criteria: milieu en werkloosheidsbestrijding. Milieueisen worden per project bekeken en kunnen naar believen worden afgezwakt en gemakkelijk terzijde geschoven worden. Werkgelegenheidsprojecten bieden binnen de gekozen categorieën geen oplossing: voordat de benodigde procedures zijn doorlopen en men echt kan beginnen zijn we een aantal jaren verder en is de crisis al weer verleden tijd. Het kabinet gebruikt de crisis als een gelegenheidsargument om bij een aantal lastig te realiseren projecten bestaande regels af te zwakken of af te schaffen. Die regels zijn echter vastgelegd in wetten en deze wetten zijn ooit gemaakt om kwetsbare belangen veilig te stellen.
Belangrijkste wijzigingen zijn:
1. Overheden mogen niet meer tegen elkaar procederen: Een gemeente kan door deze wet niet meer tegen het rijk procederen, waardoor ze niet meer voor de belangen van hun inwoners op kan komen.
2. Alleen direct belanghebbenden mogen protesteren tegen voorgenomen plannen: Als het directe nadeel niet aantoonbaar speelt voor de belanghebbende, wordt het protest niet toegekend. Daarmee wordt het actiegroepen moeilijker gemaakt te strijden voor hun idealen.
3. “Kleine materiële gebreken” zijn geen grond meer voor bezwaar als een belanghebbende daar niet direct door wordt benadeeld.
4. Onderzoek naar het Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) vervalt: Daarmee kan er niet meer kritisch worden gekeken naar milieueffecten van een project en ontstaat het gevaar dat gekozen wordt voor de goedkoopste en makkelijkste oplossing.
5. Ministers mogen vrijelijk experimenteren met de toegestane milieuruimte: Hiermee kunnen de regels voor het milieu worden aangepast (lees genegeerd).
De overheid manifesteert zich met deze wet als een onbetrouwbare partner. Ze verandert eenzijdig de spelregels tijdens de wedstrijd. Ministers krijgen de ruimte om naar eigen inzicht projecten toe te voegen, terwijl de beroepsmogelijkheden tegelijkertijd sterk worden ingeperkt. Het is op zijn minst twijfelachtig of deze Crisis & Herstelwet houdbaar zal blijken te zijn bij toetsing door de rechter.
Crisis & Herstelwet en de A4
Eén van de speerpunten uit de wet is de aanleg van de A4. Minister Eurlings heeft met veel tamtam aangekondigd dat hij ervoor ging zorgen dat deze weg zou worden aangelegd. Hij sprak daarmee ver voor zijn beurt. Door zijn politieke lot eraan te verbinden heeft hij zich in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd. Hij kan niet anders meer dan vóór de weg zijn. Met de Crisis& Herstel wet kan hij lastige milieuregels aanpassen en daarmee tegenstanders negeren (in een natuurgebied wonen geen mensen dus kan er daar niemand meer protesteren) en gemeenten, die voor de belangen van hun burgers willen opkomen, overrulen.
Bij de A4 is het al lang aangetoond dat de doelen waarvoor deze weg moet worden aangelegd (oplossen files, verbeteren bereikbaarheid tussen den Haag en Rotterdam en het verminderen van sluipverkeer) niet gehaald gaan worden. Sterker nog: nu al weten we dat de aanleg van deze weg de situatie alleen maar zal verergeren. Om voor een dergelijk project een miljard euro weg te gooien is aan niemand meer uit te leggen.
De A4 kan NIET rekenen op de instemming van alle locale partners. In tegenstelling met wat het rijk beweert, zijn Schiedam, Vlaardingen, Delft en Maasluis niet voor de aanleg van de A4. De inpassing is niet conform eerdere afspraken in het IODS. Maar omdat ze met de nieuwe Crisis & Herstelwet niet meer mogen procederen, is dat probleem meteen opgelost.
Burgers moeten blijvend kunnen vertrouwen op de overheid. Hun belangen zijn beschermd in onze wetgeving. Het is ronduit onfatsoenlijk om onder de mom van herstelmaatregelen een kostbaar natuurgebied onherstelbaar aan te tasten, stiltegebieden en een weidevogelreservaat van Europees belang op te offeren en cultuurhistorische waarden zonder pardon te vernietigen. Om dan vervolgens de beroepsmogelijkheden tegen deze aantastingen te beperken zo als in de Crisis & Herstelwet wordt gedaan.
Ook natuur- en cultuurwaarden zijn overduidelijke belangen van onze inwoners. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat hun belangen goed worden behartigd door de door hen gekozen bestuurders. Met de Crisis & Herstelwet heeft het kabinet zich bevoegdheden toegeëigend die veel te ver gaan en het kabinet holt daarmee het democratische gehalte van onze bestuurlijke inrichting op onacceptabele manier uit.
José Chung Statenlid GroenLinks Zuid-Holland
Portefeuilles: Commissie Mobiliteit, Kennis en Economie (woordvoerder Mobiliteit), commissie Ruimte en Wonen, commissie Groen, Water en Milieu