Het nieuwe college van Schiedam is inmiddels tweeëneenhalve maand actief. GroenLinks is daarin met wethouder Johan Grijzen vertegenwoordigd. Johan heeft o.a. cultuur, milieu, welzijn, volksgezondheid en vrijwilligerswerk in zijn portefeuille.
Het eind van het jaar is een periode van terugblikken en vooruitkijken. Vandaar dat fractievoorzitter Ed Gloudi en Johan de gelegenheid aangrijpen om een tussenbalans op te maken en een blik vooruit te werpen.

De afgelopen maanden
Om te beginnen de vraag hoe Johan op de afgelopen tweeëneenhalve maand terug kijkt.
'Ik heb het prima naar mijn zin', is zijn eerste reactie. Hij constateert dat er sprake is van een cultuurverandering: 'Er zit een leuk college dat als een collectief opereert'.
Ed noemt het symbolisch voor het nieuwe klimaat dat de voordeur van de bestuursvleugel in het stadhuis weer open staat. Bovendien merkt hij vanuit de raad ook dat er sprake is van nieuw elan: 'We werken binnen de coalitie goed samen; zijn een goed team en er is geen sprake meer van ieder voor zich, zoals bij het voorgaande college'.

Rekening van het kabinetsbeleid
Toch is er niet alleen reden voor positief nieuws. Dat heeft niets te maken met de Schiedamse politiek, maar met het beleid dat Den Haag over de gemeenten uitstort. Het kabinet wentelt tal van uitvoeringstaken af op de gemeenten, zonder dat daar compensatie tegenover staat. Vooral arme en kwetsbare mensen krijgen de rekening op hun bord.
Ed waarschuwde tijdens de begrotingsbehandeling al voor een 'rechtse winter'. Johan gaf in een eerder gesprek al te kennen dat zijn drijfveer om de politiek in te gaan vooral gebaseerd is op een 'hekel aan onrecht'. Wat kan hij vanuit zijn positie doen?
Johan: 'Dit voelt natuurlijk niet lekker. Maar wat ik kan doen is beleid maken dat de pijn verzacht. Tegelijk vind ik dat te verdedigend, te defensief. Wat we willen is de uitdagingen aangaan en positieve krachten losmaken in de samenleving. Bijvoorbeeld door het versterken van sociale netwerken van kwetsbare mensen'.

Ed: 'Het lijkt op het verdelen van armoede. Extra pijnlijk is dat de betrouwbaarheid van de overheid in het geding is'. Als voorbeeld geeft hij de financiering van gesubsidieerde banen: 'Het gaat om mensen die nuttig werk verrichten wat anders niet gedaan zou worden. Die moet je nu gaan vertellen: "Bedankt voor uw diensten", terwijl je ze beloofd had dat ze tot hun pensioen zinvol werk zouden houden'.

Johan: 'We hebben destijds nuttig werk voor deze mensen gerealiseerd en nu moeten we ineens gaan zeggen dat het niet belangrijk meer is. Dat is uitermate pijnlijk. Daarmee tast je ook hun gevoel van eigenwaarde aan'.

'Mensen in hun kracht zetten'
Maar daarmee is nog geen antwoord gegeven op de vraag wat eraan te doen valt.  Johan herinnert aan zijn tijd als docent aan de sociale academie: 'De stelling was dat je jezelf als welzijnswerker overbodig moest maken. Om in het jargon te spreken: je moest "mensen in hun kracht zetten". Het was de bedoeling door kortdurende interventies mensen een drempel over helpen, waarna ze zelf in staat waren hun belangen te behartigen. Dat moeten we nu waarmaken'.
Zowel Ed als Johan zien daarin een uitdaging voor de komende tijd: 'De koers is om vrijwilligers de middelen aan te reiken, zodat je bijvoorbeeld een clubhuis kunt openhouden'. Dat biedt ook ruimte voor eigen initiatief en schept mogelijkheden om de
eigen verantwoordelijkheid van de burgers waar te maken. Het vereist ook een grotere mate van vrijheid.
Veel is in de loop van de tijd weggeregeld en gevangen in regeltjes en   verantwoordingscriteria. 'Als je mensen de mogelijkheden en ruimte geeft, verantwoorden ze zich door de liefde die ze in hun werk stoppen', merkt Johan op. 'En trots', vult Ed aan.
Daarmee doen beiden een beroep op solidariteit en eigen verantwoordelijkheid. Die eigen
verantwoordelijk moeten we niet zien als een schaamlap, zoals de VVD: 'Je geeft dan mensen verantwoordelijkheid om van ze af te zijn', zegt Ed, 'en kijkt niet meer naar ze om'. Zo werkt het natuurlijk niet. Aan de andere kant: 'We moeten mensen ook niet onnodig pamperen'.
Dat is het spanningsveld waarin beiden opereren.

Cultuurbeleid
Eén van de beleidsterreinen van Johan is cultuur. Ook hier komen bezuinigingen aan, hoewel die nog moeten 'landen'. Hij is wel bezig om het tussen de oren van de sector te krijgen.
Dat levert soms conflicten op, zoals onlangs met de Teerstof, het centrum voor kunst- en cultuureducatie.  Een kwestie over subsidiegeld leidde ertoe dat de organisatie niet verder wilde onderhandelen met de gemeente. 'Welnu, dat geld was er gewoon niet', merkt Johan op. Hij heeft getracht tot een compromis te komen, maar dat was niet mogelijk.
Het gevolg was dat Johan de zwarte piet kreeg toegespeeld. Hij bleef echter bij
zijn standpunt, bracht dit in alle redelijkheid over het voetlicht en kreeg uiteindelijk steun van zowel coalitie als oppositie. 
Inmiddels is de gemeente in zee gegaan met de SKVR om de kunst- en cultuureducatie in het onderwijs te verzorgen.
'We willen voorzieningen natuurlijk in stand houden', vult Ed aan, 'maar niet tot elke
prijs'. Uitgangspunt in het cultuurbeleid is de vraag hoe je een levenskrachtige, perspectiefvolle culturele sector kunt laten bijdragen aan de opleving van de binnenstad.

Milieu en luchtkwaliteit
Een ander hot item is het milieu en de luchtkwaliteit. Johan is bezig een plan op te stellen
in de vorm van een top-10 die als focus moet dienen. Doel is het beleid inzichtelijk te
krijgen. Nu is het nog een grote wolk zonder enig speerpunt. 'Dat moet veranderen. De
nadruk komt te liggen op de borging, publieksbetrokkenheid en meetbaarheid van de
resultaten'.
Als voorbeeld noemt hij de nieuwbouw van het Schravenlant-college. Hierbij
is gebruik gemaakt van de Cradle to Cradle-filosofie, de nieuwe kijk op duurzaam
ontwerpen. 'Door leerlingen hierbij te betrekken creëer je ook toekomstig draagvlak voor
dit soort ontwikkelingen en initiatieven'.
Ed: 'De achterliggende gedachte is dat wij dit niet voor u doen; u doet het voor uzelf,
samen met ons. Dat is een andere benadering'.
Probleem is wel dat milieupartijen momenteel de wind tegen hebben.
Ed: 'Denk maar aan alle maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren, terwijl de minister van Verkeer doodleuk de snelheid op de A20 wil verhogen. Daar zit je met een lastige frictie. Je doet één stap vooruit en vervolgens weer twee terug'.

Conclusie:
er liggen belangrijke, maar ook lastige uitdagingen voor 2012 en daarna.
GroenLinks treedt die positief en constructief tegemoet. Johan: 'Ik ben een optimistisch  mens'. Bovendien merken beiden op dat GroenLinks in Schiedam wel degelijk een verschil  maakt in het college.
In de woorden van Ed: 'We durven heldere en scherpe keuzes te maken. We willen er ook nadrukkelijk de mensen bij betrekken'.
En die rechtse winter? Aan het eind komt ook weer de lente!


(W.Visser, 18 december 2011)