GroenLinks was onaangenaam verrast nadat het college had laten weten dat de upgrade van de Wetenschappersbuurt in Schiedam-Oost tot aanzienlijke hogere kosten leidt dan het de raad eerder had voorgespiegeld. Er is een bodemophoging nodig die twee ton gaat kosten en de sloopkosten, die nogal scherp begroot waren, blijken zelfs meer dan twee ton (240.000 euro om precies te zijn) duurder uit te vallen. Reden voor GroenLinks-fractievoorzitter Jeroen Ooijevaar om fel van leer te trekken tegen het college. Het was immers niet de eerste keer dat er sprake was van onvoorziene extra kostenposten: ‘Wij kunnen ons raadswerk niet goed uitvoeren als het college ons met te rooskleurige vooruitzichten voedt. Dat staat gelijk aan verkeerd geïnformeerd worden.’
De upgrade van de Wetenschappersbuurt stond op de agenda van de raadsvergadering van 31 januari. Een jaar eerder had de raad ingestemd met de herontwikkeling van de sociale woningvoorraad en de herinrichting van het openbaar gebied. GroenLinks heeft toen met gemengde gevoelens de plannen gesteund en betoogd dat het niet ging om ‘investeren in stenen maar investeren in mensen.’ Die mening heeft de partij nog steeds, maar het is nu, zo verklaarde Ooijevaar, ‘met groeiende tegenzin dat we instemmen met de plannen.’
De grote vraag van GroenLinks was of het college eigenlijk nog wel ‘in control’ is? De lijst van projecten die onvoorziene extra kosten met zich meebrengen groeit immers gestaag: ‘De grondexploitatie Over het Water, een extra ontsluitingsweg bij het sportpark A4, sanering van een oude vuilstort, de nieuwbouw van de Singelschool, de Proveniersbrug,’ somde Ooijevaar op. ‘Werd de raad misleid of werd het college misleid waardoor de raad niet in control kon zijn?’
Geen van beiden is natuurlijk wenselijk. Wat GroenLinks betrof, was dit dan ook een gele kaart voor het college: ‘Een volgende gelegenheid waarbij het college terug moet naar de raad wegens financiële overschrijding van een project, zullen wij aandringen op een raadsonderzoek.’
In dat onderzoek wil GroenLinks alle projecten meenemen die meer dan 250.000 euro duurder zijn uitgevallen. Uit zo'n onderzoek zal moeten blijken welke oorzaken er waren, wanneer die zich manifesteerden, wie wat had kunnen of moeten weten, hoe de risico’s contractueel zijn vastgelegd, wie er financieel beter van werd en bovenal of meer 'control' de overschrijdingen had kunnen voorkomen.
Ooijevaar staat bepaald niet te springen om zulke zware middelen in te zetten, maar raadsleden nemen hun werk serieus en de emmer is écht vol: ‘Met de uitkomsten van zo'n onderzoek kunnen we onafhankelijk beoordelen wie er nu eigenlijk in control is.’