Kilickaya betrok een aantal collega-raadsleden en overlegde met de wethouder en ambtenaren over het voorstel. "Een van de kritiekpunten van het college was dat het voorstel veel en structureel geld zou kosten, dat misverstand hebben we door het voorstel aan te passen weg kunnen nemen. Er wordt nu een concreet en eenmalig bedrag genoemd in het voorstel en we geven ook aan waar dat geld vandaan moet komen," zegt initiatiefnemer Kilickaya.
 

"Ook was er onduidelijkheid over de uitvoeringskosten en de beste aanpak. Met hulp van ambtenaren hebben we concreet kunnen maken hoe we de mensen die dat het meest nodig hebben bereiken en hoe we zorgen dat er geen misbruik gemaakt kan worden van de regeling. Tenslotte zijn we tot de conclusie gekomen dat de voucher geen vast bedrag van vijfhonderd euro moet vertegenwoordigen, maar dat de hoogte afhankelijk moet zijn van de omstandigheden in het huishouden," aldus het GroenLinks-raadslid.

Door het gebruik van oude en inefficiënte apparatuur kan het energieverbruik van een huishouden aanzienlijk toenemen, wat leidt tot hogere energiekosten en een grotere belasting van het milieu. Door te investeren in nieuwe en energiezuinige witgoedapparatuur kunnen huishoudens hun energieverbruik verminderen en zo hun energierekening verlagen. Zo’n energiezuinig apparaat kan, afhankelijk van de leeftijd van het exemplaar dat wordt vervangen, een huishouden jaarlijks zo’n 110 euro schelen op de energierekening. Daardoor blijft meer geld over voor andere belangrijke uitgaven. Het initiatiefvoorstel is daarmee een gerichte aanpak van energiearmoede. Ook helpt de regeling om te verduurzamen voor de mensen die dat niet zo snel kunnen, juist omdat ze een laag inkomen hebben.