Geachte heer Çelik, beste Metin,

Ondanks het feit dat we nog geen kennis hebben kunnen maken, heb ik toch het gevoel dat we elkaar al een beetje hebben leren kennen. De stad en de raad hebben je leren kennen door je nieuwsbrieven. Door wat je daar in vertelt, maar ook door wat je daar niet in schrijft.

Uit je eerst brief en uit je verslagen begrijp ik dat je je verdiept hebt in de Schiedamse politiek. Dat je raadsvergaderingen hebt gevolgd en dat je de stukken hebt gelezen met betrekking tot de twee verkenningsrondes. Daarmee heb je een indruk gekregen van wie wij zijn en waar GroenLinks voor staat.

In je tweede nieuwsbrief schrijf je:  “Afgelopen week stuurde ik namens de onderhandelende partijen een brief naar de gemeenteraad met de oproep om mee te denken over het coalitieakkoord. Zo kunnen partijen punten meegeven aan de onderhandelaars. De opbrengst zullen we volgende week aan de onderhandelingstafel bespreken.”

Daarmee lijken jij en de onderhandelende partijen tegemoet te komen aan het advies dat verkenner Minhas uitbracht om “ook de niet-onderhandelende partijen in de gelegenheid te stellen inbreng te leveren”.

Doğukan Ergin van DENK zei het nog wat stelliger toen we het advies van Minhas bespraken in de raad. Hij zei dat “expliciet rekening [zal] worden gehouden met het advies van de verkenner om de gehele raad te betrekken bij de formatie, dus ook de partijen die niet aan de onderhandelingstafel zitten.”

En Petra Zwang zei dat de PvdA het “belangrijk [vindt], beter gezegd voorwaardelijk, dat het coalitieprogramma van de gehele raad is. De fractie zal haar input daarom bij alle fracties ophalen”.

In de brief die je in de nieuwsbrief aanhaalt schrijf je echter: “De fractievoorzitters van de onderhandelende partijen VVD, DENK, PvdA, D66 en Progressief Schiedam streven voor het coalitieakkoord naar een breed draagvlak in de gemeenteraad. Daarom hebben ze mij gevraagd om namens hen de niet bij de coalitieonderhandelingen betrokken fractievoorzitters te vragen mee te denken met de onderhandelaars en indien zij dat wensen, per partij twee voorstellen aan te dragen die ter overweging meegenomen worden bij het schrijven van het coalitieakkoord.”

Werkelijk? Meedenken door twee voorstellen aan te leveren? Niet serieus het gesprek aangaan en de hele raad écht mee laten denken over het coalitieprogramma, maar maximaal twee voorstellen per partij?

Omdat we niet weten wat er besproken is aan de onderhandelingstafel, is het onmogelijk om uit alle onderwerpen waarvan we vinden dat die in een breedgedragen coalitieakkoord zouden moeten worden opgenomen er twee te destilleren. We weten niet wat er al afgesproken is, we weten niet wat er nog mist of waar er een ons inziens verkeerde afslag wordt gekozen.

Bovendien blijkt uit dezelfde nieuwsbrief dat alle inhoudelijke onderwerpen al besproken zullen zijn vóór er gesproken wordt over de inbreng van de partijen die niet aan de onderhandelingstafel zitten.

Naar de letter wordt voldaan aan het advies van de verkenner. Niet-onderhandelende partijen worden betrokken. Maar dit is wel erg mager. Dit past niet bij wat de fractievoorzitters van DENK en de PvdA in de raadsvergadering van 6 mei gezegd hebben en het is ook niet in de geest van wat de verkenner adviseerde.

Als dit de manier is waarop de onderhandelende partijen lippendienst bewijzen aan een “coalitieprogramma van de hele raad” en aan het “betrekken van de gehele raad bij de formatie”, dan is dit een slechte start voor de nieuwe coalitie en het nieuwe college.

Ik heb daarom niet twee voorstellen, maar slechts één: Betrek de hele raad in de besprekingen vóór er een akkoord gesloten wordt en zorg dat het een “coalitieprogramma van de hele raad” wordt!

Met vriendelijke groet,
Yorick Haan
fractievoorzitter GroenLinks