Deze week was in veel opzichten een unicum. Zo werden met het bespreken van de begroting ook de algemene politieke beschouwingen gehouden. Dat is het moment in het jaar dat alle partijen terug- en vooruitblikken op hoe het politiek gaat in Schiedam. Gaat het de goede kant op? Maken we de juiste keuzes? Is het college goed bezig? Normaal doen we dit tijdens de Zomernota. Dan maken we ook al de grote financiële keuzes. De begroting die daarna wordt gemaakt, is dan vooral een uitwerking van die keuzes. Maar door Corona hadden we dit jaar geen Zomernota en vergaderen we, begrijpelijk maar jammer, tegenwoordig digitaal. De begrotingsbehandeling zag er dus heel anders uit dan we gewend zijn.

Minder uniek, gezien de historie van Schiedam, maar toch anders dan de afgelopen jaren is de financiële situatie waarin Schiedam zit. In tegenstelling tot voorgaande jaren maken we ons zorgen over onze financiën. Dat komt voornamelijk doordat het Rijk voor alle taken die gemeenten uitvoeren bij het ondersteunen van inwoners op onderwerpen als werk en inkomen (het begeleiden van mensen naar werk en het voorzien in uitkeringen als dat niet kan), (jeugd)zorg en maatschappelijke ondersteuning veel te weinig budget aan gemeenten heeft gegeven. Dit terwijl er wel meer mensen een beroep op die voorzieningen blijven doen. Dat leidt tot forse tekorten in wat dan het ‘sociaal domein’ wordt genoemd. Daarnaast hebben we in Schiedam ook nog veel andere uitdagingen die om actie vragen; de woningnood vraagt om veel meer nieuwe woningen, klimaatverandering leidt tot de noodzaak om ons als stad voor te bereiden op extremer weer en het vastlopen van onze wegen en de parkeerdruk in de wijken vraagt om een nieuwe aanpak op het gebied van mobiliteit. We willen woonoverlast aanpakken, winkelcentra bloeiend houden en onze verenigingen en vrijwilligers blijven ondersteunen. Al die taken, uitdagingen, wensen en oplossingen voor problemen bij elkaar worden betaald met het budget van ongeveer 300 miljoen euro per jaar. 

In mijn inbreng in de gemeenteraad, blikte ik terug op afgelopen jaar en heb ik gedeeld dat wij ondanks alle zorgen en uitdagingen toch positief kijken naar waar we in Schiedam mee bezig zijn. Het coalitieakkoord dat wij in 2018 met 5 andere partijen sloten wordt ondanks financiële tegenslagen goed uitgevoerd. Er wordt heel veel bereikt. Er wordt heel veel veranderd. En Schiedam wordt als gevolg daarvan socialer, groener en mooier. Dankzij GroenLinks komt er meer sociale woningbouw zodat die voorraad op peil blijft, meer aandacht voor duurzaamheid en groen op tal van vlakken. Het is dankzij ons initiatiefvoorstel dat er meer aandacht voor schulden (en het voorkomen daarvan) via bijvoorbeeld het Schuldenlab. En dankzij onze inzet dat we harder gaan inzetten op het bestrijden van huiselijk geweld. En dankzij de nieuwe mobiliteitsvisie is duurzame mobiliteit het uitgangspunt de komende jaren met veel meer ruimte voor de wandelaar, fietser en OV. Zomaar wat resultaten die we, mede omdat we hier met onze coalitiepartners afspraken over hebben gemaakt, hebben kunnen boeken. En allemaal onderwerpen die met de begroting 2021 verder uitgevoerd kunnen worden. 

Is deze terugblik dan alleen maar positief? Nee. In de begroting 2021 zitten ook onderwerpen waar wij het niet mee eens zijn. Of die ons zelfs heel erg pijn doen. Één daarvan is de versobering van de ‘regeling tegemoetkoming meerkosten’, waardoor gezinnen met een laag inkomen die op meerdere vlakken hogere (zorg)kosten hebben minder geld van de gemeente zullen krijgen. Nou zou je kunnen zeggen “dat is nou eenmaal politiek, soms win je wat en soms verlies je wat”. En dat is natuurlijk helemaal waar. Deze bezuiniging in het sociale domein zijn bijvoorbeeld niet de enige moeilijke maatregel in de begroting. Er wordt ook een extra verhoging van de onroerendezaakbelasting doorgevoerd, een ook voor ons onwenselijke maatregel die echter vooral de wat rechtsere partijen pijn doet. 

Die maatregelen zijn nodig om de begroting van Schiedam komende jaren in evenwicht te krijgen. Maar sommige ‘verliezen’ doen ons wel veel meer pijn dan anderen. Die meerkosten is er zo eentje, omdat hiermee de gezinnen die het al het moeilijkst hebben worden geraakt. Wij hebben dan ook in de fractie hele lastige gesprekken gevoerd over de vraag of wij deze begroting daarom wel zouden moeten steunen. Of dat we uit principe tegen die maatregel dan maar tegen de begroting moeten stemmen, met het risico dat daarmee deze begroting (en dus alle plannen van het college) geen meerderheid zou halen. Wij hebben uiteindelijk besloten dit niet te doen om drie redenen: de belangrijkste reden is dat wij echt vinden dat het goed is voor Schiedam als de plannen die zijn gemaakt, en die wij mede hebben bepaald in ons coalitieakkoord, uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast hebben wij in de Raad het college gevraagd om volgende maand, als er definitief moet worden gestemd over deze regeling, de mogelijkheden te onderzoeken om de meest schrijnende effecten van deze versobering te verzachten. Het college heeft dit toegezegd, wij zullen daar in december dan ook op terugkomen. Tenslotte hebben we samen met onze coalitiepartners een motie aangenomen die ervoor zorgt dat zodra de financiële situatie van Schiedam verbetert, deze twee maatregelen als eerste worden teruggedraaid voordat er andere dingen met het extra geld worden gedaan. Met deze drie redenen hebben wij, met pijn in onze buik, ingestemd met de begroting inclusief de versobering van de tegemoetkoming meerkosten. 

Politiek is in de kern: keuzes maken. En als coalitiepartij maak je met andere partijen afspraken in een coalitieakkoord. Dat betekent dat veel meer van jouw plannen kunnen worden uitgevoerd, dankzij de steun van andere partijen. Maar het betekent niet dat je altijd je zin krijgt. En dat leidt ertoe dat je soms hele moeilijke keuzes moet maken. Wij doen dat, soms met pijn in onze buik, omdat we geloven dat die keuze beter is dan geen keuzes meer kunnen maken. En wie weet komen we later toch in de positie om deze keuzes ongedaan te maken!