De Schiedamse politiek wacht met spanning op het standpunt van de provincie inzake de vestiging van een megawarenhuis van Decathlon op Harga-Noord. De provincie worstelt daar echter nog mee: extra onderzoek is gestart en binnenkort gaan Provinciale Statenleden zelfs in Frankrijk kijken bij een vergelijkbare vestiging van deze winkel in sportartikelen.

De gemeente Schiedam hoopt nog altijd dat de provincie Zuid-Holland toestemming geeft tot het vestigen van een zeer groot “beleef”warenhuis van Decathlon op de locatie Harga-Noord. Vestiging van zo’n sportzaak op die plek is volgens het provinciaal detailhandelbeleid niet mogelijk, want sportzaken horen in de reguliere winkelcentra. De Schiedamse GroenLinksfractie heeft in de discussies rond ‘Schiedam in Beweging’ aangegeven te vrezen dat een dergelijk warenhuis ten koste zal gaan van winkeliers elders in de stad. En dat vinden wij onwenselijk.

Lange tijd leek de besluitvorming in een impasse te zitten, maar toch lijkt er weer hoop voor het Schiedamse college. Gedeputeerde Govert Veldhuijzen (D66) heeft het bureau DTNP opdracht gegeven de ruimtelijke gevolgen van een dergelijke vestiging (en een in Den Haag) te onderzoeken. DTNP (“adviseurs voor ruimte en strategie”) is overigens bekend de Schiedamse situatie: recent deed men nog onderzoek naar de levensvatbaarheid van onze binnenstad.

Ook heeft Veldhuijzen een excursie voor de leden van Provinciale Staten georganiseerd: op 12 september a.s. gaan zij op bezoek bij Decathlon in Lille (de bakermat van het bedrijf), waar een mega-vestiging staat. Inclusief lunch en diner zal Decathlon presentaties houden over de winkelformule en de plannen voor Zuid-Holland. De statenleden kunnen dan zelf zien hoe zo’n mega-winkel werkt en misschien ook nog wat uitproberen.

Het lijkt er op dat de Provincie onder druk van Den Haag en Schiedam nu toch wel ruimte binnen het provinciale beleid ziet om een of meer vestigingen toe te staan. Waar wij dachten dat de Provincie vooral zou toetsen op de gevolgen voor de detailhandel in de reguliere winkelcentra, kijkt men nu kennelijk vooral naar het winkelconcept en (gezien de opdracht aan DTNP) de ruimtelijke gevolgen. De smeekbeden van locale winkeliers richting gemeente om de Fransen buiten de stad te houden, lijken aan het verkeerde adres gericht: cruciaal zal het standpunt van de Provincie zijn. Het besluit daarover wordt in oktober verwacht.

De GroenLinksfractie in Provinciale Staten is overigens van mening dat detailhandel thuis hoort in de stads- en dorpscentra en er elders dus geen plek is voor dit soort zaken. Dat er gelobbied wordt door het bedrijf is voor hen niet vreemd. Er zijn vaker aangeklede werkbezoeken, zodat de statenleden met eigen ogen naar initiatieven kunnen kijken. De politici worden geacht door de mooie praatjes, de hapjes en de drankjes heen te kunnen kijken en tot een onafhankelijke meningsvorming te komen.

Schiedam wacht in spanning af. De gevolgen van wel of geen Decathlon op Harga zullen zeer groot zijn: het succes van ‘Schiedam in Beweging’ hangt er voor een groot deel van af. Die businesscase gaat uit van een aanzienlijke (financiële) bijdrage van het winkelbedrijf aan de ruimtelijke plannen van de stad.

John Witjes