Er is een groeiende belangstelling voor de aanpak van huiselijk geweld. Het Rijk heeft door de aanpak “geweld hoort nergens thuis” meer aandacht voor verschillende vormen van huiselijk geweld. Meestal denkt men bij huiselijk geweld aan partnergeweld, “man slaat vrouw bont en blauw”, en kindermishandeling. Het is goed dat ook de aandacht voor ouderenmishandeling, stalking, eergerelateerd geweld, seksueel geweld, huwelijksdwang en mensenhandel toeneemt. Maar de grote onbekende vorm van huiselijk geweld is psychische mishandeling.
Psychisch geweld is een sluipmoordenaar. Het is onzichtbaar en daardoor vaak ongrijpbaar. Maar de schade die het veroorzaakt is minstens net zo traumatisch als bij seksueel- en fysiek geweld. Bij psychisch geweld zie je van buiten meestal niets, maar de verwoestende gevolgen zijn voor het slachtoffer nog jaren later merkbaar.
Bij psychisch geweld is er vaak sprake van dwangmatige controle en macht. Een pleger, die overigens meestal bekend staat als vriendelijk en charismatisch, intimideert, kleineert, isoleert en manipuleert zijn of haar partner of is extreem jaloers en heeft last van stemmingswisselingen. In 80% van de gevallen boven de 16 jaar gaat het om mannen die hun vrouwelijke partner psychisch mishandelen. Er is weinig tot geen contact meer met vrienden en/of familie, de partner wordt tot in het ziekelijke gecontroleerd. Waar ben je geweest en met wie, waarom ben je nu pas thuis? Een partner kan letterlijk gevolgd worden. Er zijn zelfs zaken bekend waarbij plegers trackers hebben geplaatst op de auto’s van hun partner en geheime camera’s hebben geïnstalleerd in het huis.
Ook kleineren en manipuleren zijn vormen van psychisch geweld. Het laat niet alleen psychisch enorme littekens achter, slachtoffers hebben dezelfde trauma’s als slachtoffers van fysiek en seksueel geweld zoals depressie, angstaanvallen, PTSS en zelfs suïcidepogingen. Slachtoffers gaan er in geloven dat het hun eigen schuld is, dat zij het hebben “uitgelokt” en of gaan geloven dat zij blij mogen zijn dat hun partner hen nog tolereert en hen kan verdragen.
Het slachtoffer is “niets zonder de partner” en raakt daardoor volledig de controle over het eigen denken en handelen kwijt. Dit wordt ook wel gaslighting genoemd. Deze vrouwen gaan continu twijfelen aan het eigen geheugen of verstand. Zij verliezen steeds meer hun eigenwaarde. En doordat het zo ongrijpbaar en onzichtbaar is heeft de omgeving het vaak niet door. Hierdoor zitten slachtoffers vaak jarenlang in een ongezonde relatie.
Bij de situatie van kinderen kan het geweld bestaan uit negeren, emotioneel verwaarlozen of kleineren en beweren dat het kind niet goed genoeg of te dom is. Uit de meest recente cijfers van het Nederlands Jeugdinstituut over kindermishandeling blijkt dat in 47% van alle gevallen van kindermishandeling er sprake is van emotionele verwaarlozing en emotionele mishandeling. Sterker nog, van alle vormen van kindermishandeling is de emotionele mishandeling het grootst, met 36% van de gevallen. Uit onderzoek blijkt dat de gevolgen van psychische mishandeling bij kinderen zelfs ernstiger en langduriger zijn dan van andere vormen van huiselijk geweld.
Bij femicide is er daaraan voorafgaand vaak jarenlang sprake van psychisch geweld, controle en macht, door hun partner. Het recidive risico is ook ontzettend hoog bij plegers. De kans is erg groot dat in een volgende relatie hetzelfde patroon en gedrag getoond wordt. En het besef dat deze vorm van geweld vaker voorkomt dan fysiek of seksueel geweld, maakt het voor mij onbegrijpelijk dat psychisch geweld nog steeds niet expliciet is opgenomen in het Wetboek van Strafrecht. De wet heeft in artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr) mishandeling strafbaar gesteld. Maar er wordt in dit artikel geen nadere definitie van ‘mishandeling’ gegeven. Uit rechtspraak volgt dat onder mishandeling wordt verstaan: ‘Het opzettelijk toebrengen van lichaamspijn of lichamelijk letsel’. Psychische mishandeling wordt niet expliciet genoemd.
Er is in de media weinig belangstelling voor emotioneel/psychisch geweld. Ook de landelijke politiek zou hier veel meer aandacht aan moeten geven. Bijna 700.000 Nederlanders boven de 16 jaar waren in 2020 slachtoffer van psychische mishandeling. GroenLinks, D66 en PvdA hebben hier een consultatienota over geschreven en stelden vragen.
De reactie van de minister was: er zijn voldoende wettelijke mogelijkheden voor ketenpartners van binnen en buiten de strafrechtketen om psychisch geweld gezamenlijk aan te pakken. Hij zag geen noodzaak voor meer acties hierop. Maar feit is dat het in de afgelopen 100 jaar slechts 1 keer tot een veroordeling is gekomen bij psychische kindermishandeling en bij psychisch partnergeweld is het zelfs nooit tot een veroordeling gekomen. Daar sta je dan als slachtoffer. En dan wordt je hulpvraag ook niet altijd herkend door professionals. Want ook daar is psychisch geweld nog zeer onbekend, laat staan dat er voldoende hulp en zorgprogramma’s zijn ontwikkeld.
Slachtoffers van psychische mishandeling hebben de neiging om zichzelf de schuld te geven van de mishandeling en het af te zwakken. Vaak beseffen zij niet eens in welke giftige situatie zij zich bevinden. Hoe zoek je hulp als je niet beseft dat je hulp nodig hebt?
Een voormalig slachtoffer vertelde mij onlangs dat zij nog regelmatig aan haar nieuwe partner toestemming vraagt om naar de wc te mogen gaan. Terwijl zij al jaren los was van haar pleger. Toch zit het toestemming vragen voor bepaalde handelingen nog zo diep ingebakken, dat zij in onoplettende momenten nog altijd af en toe in het oude patroon terugvalt. Als je fysiek mishandeld wordt, dan zie je letterlijk de schade. Bij psychisch geweld blijft dit in eerste instantie onzichtbaar. In sommige gevallen treedt ook het Stockholm Syndroom op in situaties waarin de mishandeling gedurende een lange periode plaatsvond. Hierdoor zal het slachtoffer de pleger en het geweld van de pleger zelfs verdedigen.
Zolang deze vorm van geweld zo onbekend blijft en niet expliciet strafbaar wordt, vrees ik voor de vele slachtoffers. De schaamte bij psychisch geweld is ontzettend groot en de drempel om hulp te vragen is enorm, als het besef er eenmaal is. Het zou ontzettend bijdragen als de wet hiertoe veranderd wordt en er veel meer aandacht voor deze vorm van geweld komt.
Zo krijgen slachtoffers erkenning dat wat hen is overkomen onacceptabel en schadelijk is. De schaamte wordt nu extra gevoed door de machteloosheid omdat je juridisch zeer zwak staat. Neem een voorbeeld aan Engeland. Door wetgeving en een bewustwordingscampagne steeg het aantal meldingen fors en verdubbelde het aantal aangiftes. Daarmee zorgde het ook voor meer bewustwording waardoor er meer kennis en aandacht kwam voor deze sluipende en slopende vorm van huiselijk geweld.
De omgeving kwam daar in actie. En dat moet in Nederland nu ook gebeuren. Niet alleen de politiek maar wij allemaal. Mensen in de omgeving van een slachtoffer van psychisch geweld hebben vaak wel een vermoeden, een niet pluis gevoel. Maar vaak houdt men zich toch op de achtergrond want dat is privé of daar moet ik mij niet mee bemoeien. Toch, als je twijfels of vermoedens hebt, ga in gesprek! Laat weten dat je er bent. Stel vragen als: “het valt me op dat je weinig vrienden of familie meer ziet”. Of: “Ik merk dat je wat gespannen bent, gaat het goed met je of kan ik je ergens mee helpen?”.
Vaak zal er in eerste instantie ontkennend of defensief gereageerd worden want niet iedereen zit direct op hulp te wachten of zijn zelf nog niet klaar om stappen te zetten of beseffen zelfs nog niet dat zij in een gewelddadige relatie zitten. Maar het aankloppen door een gesprek aan te knopen, de deur op een kiertje te laten staan door te laten merken dat je er bent en dat je het slachtoffer “ziet”, dat kan soms net genoeg zijn om iemand aan het denken te zetten en langzaam bewust te maken van de ongezonde situatie.
Mijn hoop en wens is dat de landelijke politiek nu echt stappen gaat zetten. Neem psychisch geweld expliciet op in het Wetboek van Strafrecht. Zorg voor bewustwording en richt de zorg en ondersteuning goed in. Maak psychisch geweld bekend zodat het eerder wordt herkend en daardoor een slachtoffer wordt erkend. En ga achter de slachtoffers van psychische mishandeling staan. Want er is niets huiselijks aan geweld!