In onderstaand en vandaag in Trouw verschenen opiniestuk pleit fractievoorzitter Jeroen Ooijevaar tegen het invoeren van de niet effectieve Rotterdamwet.

Buurt knapt niet op van weren armen, kopte Trouw. De Rotterdamwet, officieel de ‘wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek’, is in 2005 ingevoerd. De wet is bedoeld om in wijken waar veel personen werkloos zijn of een laag inkomen hebben, de instroom van nog meer ‘kansarmen’ te reguleren. Hiermee wordt een grote groep mensen bij voorbaat geportretteerd als inwoners die problemen veroorzaken. Dat is stigmatiserend. Los van dit principiële inzicht: organisatieadviesbureau Twynstra Gudde en eerder de Universiteit van Amsterdam constateerden dat de wet de leefbaarheid niet aantoonbaar verbetert. Dus waarom willen gemeentes een maatregel invoeren die niet werkt, maar wel polariseert?

Uitsluiting

In Schiedam is de Rotterdamwet onlangs ook ingevoerd. Weliswaar zonder artikel 8, het inkomenscriterium, maar de wens was duidelijk. Alle Schiedammers zijn gelijk, maar sommige Schiedammers zijn meer gelijk dan anderen. Schiedam koos voor een maatregel die in de kern is gebaseerd op uitsluiting. Het Schiedamse bestuur suggereert hier met spierballentaal dat er wat aan problemen in de wijken wordt gedaan, terwijl de wet in de praktijk nog nergens heeft gewerkt.

Desondanks stemde de hele Schiedamse raad, op GroenLinks na, in. Oók de partijen die ideologisch niets met de Rotterdamwet hebben. Deze partijen lieten zich verleiden tot een maatregel die strijdig is met de grondwet en met de gelijkheidsbeginselen. In hun angst om als niet daadkrachtig te worden bestempeld, stemmen ze in met een discriminerend middel dat niet past bij een samenleving die vele partijen zeggen voor ogen te hebben.

De reden hiervoor is dat de partijen doel en middel door elkaar halen. Natuurlijk zijn er problemen in wijken en natuurlijk moeten die wijken worden opgeknapt. Maar de lokale politiek wordt zo verblind door het doel (een leefbare wijk), dat het er niet toe lijkt te doen dat het middel (de Rotterdamwet) geen of slechts een zeer beperkte werking heeft.

Vervreemding

In een wanhopige poging om daadkrachtig over te komen, laten bestuurders van steden zich overhalen tot het invoeren van de merkwaardigste maatregelen. Maatregelen waarvan de bestuurders diep in hun hart ook wel weten dat ze niet werken. Het enige dat de Rotterdamwet bewerkstelligt, is dat de samenleving verhardt en de tweedeling verder wordt vergroot. Mensen met lage inkomens, uitkeringen of ‘verkeerde beroepen’ worden weggezet als tweederangs inwoners. Wijken zijn hier niet bij gebaat en zullen hiermee nog verder vervreemden van de rest van de stad.

Wat wel werkt is gericht beleid: maatwerk, buurtregisseurs, aanpakken van huisjesmelkers. Allemaal gemeentelijke instrumenten die tot doel hebben om sociale cohesie te creëren in plaats van uitsluiting. Te soft? Gemeenten hebben ook al veel instrumenten in huis om overlast in wijken aan te pakken. De recent ingevoerde wet-Tellegen maakt het bijvoorbeeld mogelijk om op te treden tegen overlastgevers. Hiermee worden rotte appels aangepakt, in plaats van een hele boomgaard weg te zetten als potentiële overlastgever.

De gemeenteraadsverkiezingen staan voor de deur. Ik mag hopen dat partijen die het beste voor hun gemeente willen, nu eens het belang van de gemeenschap laten prevaleren boven goedkope retoriek. Laat lokale bestuurders werken aan échte oplossingen, daar zijn wijken bij gebaat.

Jeroen Ooijevaar,

Fractievoorzitter van GroenLinks Schiedam