Column Menno Siljee

Vanuit mijn werk bij de hogeschool krijg ik vaak vragen over de hoogte van de individuele studietoeslag voor studenten met een beperking. Studenten krijgen een bijdrage van de gemeente omdat zij niet in staat zijn om naast hun studie te werken. Dit wordt veelal via het UWV vastgesteld. De hoogte van dit bedrag voor studenten die vanwege een functiebeperking het financieel dus krap hebben, verschilt sinds de decentralisatie van taken van Rijk naar de gemeenten in 2015 aanzienlijk per gemeente. Overigens geldt dit voor veel bijdragen die mensen met een beperking sinds de invoering van de zogenoemde WMO kunnen ontvangen.

Wat betreft de studietoeslag verstrekt de ene gemeente 20% van het wettelijke minimumloon aan studenten (wat kan oplopen tot ruim 300 euro per maand) en andere vergoeden een deel van het collegegeld (vaak de helft). CNV Jongeren en de Landelijke Studentenvakbond willen dat studenten weer recht krijgen op het bedrag dat gold voor de decentralisatie, namelijk 282 euro per maand. Daar voldoet overigens bijna geen enkele gemeente meer aan. In het Rijnmondgebied zijn de IJsselgemeenten het meest royaal (20% van het minimumloon) en Rotterdam vergoedt 2200 euro per jaar. De Waterweggemeenten, dus ook Schiedam, betalen het laagste bedrag uit. Namelijk 750 euro per jaar, omgerekend 62,50 euro per maand. Dat is nog geen kwart van het bedrag dat gehandicapte studenten ontvingen voor de invoering van de WMO.

Schiedam heeft de ambitie om een studentenstad te zijn en legt daarbij vooral de nadruk op de huisvesting van studenten. Het is inderdaad belangrijk dat er studenten in onze stad wonen en vooral na hun studie blijven wonen. Maar waar de gemeente zelf het verschil zou kunnen maken, juist voor een groep die het hard nodig heeft, wordt de plank mis geslagen.

Als Schiedam echt een studentenstad zou willen zijn, dan zijn dit feiten waar nog eens stil bij mag worden gestaan!

Menno Siljee