In het rapport "Landelijke Markt- en Capaciteits Analyse voor het spoor" (LMCA-rapport) dat op 19 november verscheen worden de maatregelen voor de langere termijn beschreven. Daarin wordt op pagina 68 gezegd dat zonder een viersporig traject Delft – Rotterdam het station niet inpasbaar is in een goede dienstregeling. Hiermee is viersporigheid dus tot voorwaarde voor de bouw van het station geworden. Tegelijk wordt in het rapport aangegeven dat een integrale viersporigheid van dit traject een groot project is dat rond de 440 miljoen euro gaat kosten. Bovendien is de start van dit project dus niet voor 2012 te verwachten.
Naar aanleiding van deze constatering vragen wij u
1. Heeft u inmiddels ook kennis genomen van het LMCA-rapport?
2. Is dit het rapport dat het resultaat is van de door wethouder Haan herhaaldelijk genoemde “capaciteitsstudie” naar het spoor tussen Rotterdam en Den Haag?
3. Is Schiedam op enigerlei wijze betrokken geweest bij het opstellen van dit rapport?
4. Zo ja, hoe? Indien neen, hoe is Schiedam van de voornemens op de hoogte gebracht?
GroenLinks concludeert uit de rapporten dat de minister feitelijk aangeeft dat er op korte termijn (vóór 2015) geen sprake zal zijn van het realiseren van station Kethel.
Aaanvullend vragen wij u
5. Is deze conclusie juist?
6. Als die conclusie juist is, wat gaat de gemeente Schiedam dan nog doen om het station toch eerder gerealiseerd te krijgen dan 2015?
7. Wat zijn de gevolgen van dit uitstel voor het aanleggen van het tramspoor door de wijk Spaland?
8. Als de kans op een station vóór 2015 nihil is, is het gemeentebestuur dan genegen om alternatieven te bepleiten, zoals het aanleggen van een tramspoor door ’s Graveland?
Schiedam, 26 november 2007
GroenLinks fractie Schiedam
Ed Gloudi, Hennie Hagen, John Witjes.