De komende tijd zal er weer aardig wat te doen zijn rond Rotterdam Airport. De luchthaven heeft afspraken gemaakt met de gemeente Rotterdam en daar is Groen Links niet gerust op. Rotterdam Airport en de Schiphol Group hebben in februari afgesproken dat het vliegveld zich verder mag ontwikkelen als “zakenluchthaven”. Rotterdam heeft toegezegd mee te werken aan de volgens Rotterdam Airport op korte termijn noodzakelijke verruiming van de geluidsruimte. De hiertoe benodigde MER-procedure is inmiddels gestart. Wij hebben over het akkoord vragen gesteld aan B&W van Schiedam.

Het (oude) college antwoordde dat er geen overleg is geweest met Rotterdam over dit akkoord. Schiedam wil niet dat er getornd wordt aan de huidige geluidscontour, maar legt zich neer bij de aanpassing daarvan zoals in de MER voorzien, omdat dit een geringe aanpassing is die “niet van substantiële invloed zal zijn”. Gelukkig verklaart het college dat toename van vluchten en een vergroting van overlast voor Schiedam niet acceptabel zal zijn.
GroenLinks heeft aanvullende vragen aan het college gesteld. Wij willen met name weten hoe Schiedam denkt de door RA gewenste uitbreiding van het aantal vluchten tegen te houden. Wij verwachten dat na de “technische aanpassing” van de geluidscontour rond Rotterdam Airport de geluidsoverlast in Schiedam Noord al flink zal toenemen en willen dat het college pleit voor een goed (geluids)registratiesysteem.

Door Rotterdam Airport wordt thans een milieu-effect-rapportage opgesteld die er toe moet leiden dat door een andere theoretische berekening van de geluidsbelasting meer vliegtuigen kunnen stijgen en landen. Het is erg naïef te veronderstellen dat dit gerealiseerd kan worden zonder meer geluidsoverlast voor de bewoners van Schiedam Noord. Toch zal de MER zo verkocht gaan worden. Kritische geluiden worden afgedaan met “u bent niet goed geïnformeerd”. Ook zal Rotterdam Airport klagende burgers neerzetten als zeurpieten die persoonlijk comfort prefereren boven werkgelegenheid en de ontwikkeling van de Rotterdamse regio.
GroenLinks vindt dat er nu echt een halt moet worden toegeroepen aan de verdere uitbreiding van de luchthaven. De grens is wat ons betreft inmiddels bereikt. Als het vliegveld niet gesloten kan worden, moet Schiedam uitbreiding op alle mogelijke manieren tegengaan. De tekst van het college-akkoord is op dit punt nogal teleurstellend:

”Schiedam zal actief blijven lobbyen voor terugdringing van overlast door de vluchten op Rotterdam Airport. Daarbij gaat het om de openingstijden van de luchthaven en terugdringen van het aantal vakantievluchten, sportvluchten, etc. Schiedam vindt dat Rotterdam Airport zich op zakenvliegverkeer zou moeten richten.”  Ons inziens zal een heel wat krachtiger geluid vanuit Schiedam nodig zijn om Rotterdam Airport een halt toe te roepen, want Rotterdam Airport wil over tien jaar jaarlijks 4x zo veel passagiers vervoeren als nu!

Het MER-rapport wordt in mei / juni verwacht. GroenLinks zal daartegen dan zeker bedenkingen en bezwaren indienen. Ook zullen wij aandringen op het helder maken van wat er nu eigenlijk bedoeld wordt met een “zakelijke vlucht” en wat de geluidsnormen nu werkelijk zijn.

Overigens zal naar verwachting de zeggenschap over regionale luchthavens worden overgedragen van de landelijke overheid aan de provincie. Het wetsvoorstel hiertoe, de RBML (Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens), ligt inmiddels bij de Tweede Kamer. Het is daarbij zelfs mogelijk dat de zeggenschap vervolgens bij de Stadsregio komt te liggen. Rotterdam, die een meerderheidsaandeel heeft in de Stadsregio, ziet dat wel zitten. Wij helemaal niet: er zal dan helemaal geen democratische controle meer zijn op het beleid rond Rotterdam Airport. De Rotterdammers, die maar weinig last hebben van RA, zouden het dan voor het zeggen hebben!
Het wetsvoorstel houdt wel een zekere verbetering in: voor de berekening van de geluidsruimte van een vliegveld zal de Europese Richtlijn Omgevingslawaai gaan gelden. Eindelijk zal dan de ouderwetse en onbetrouwbare berekening met “Kosten-eenheden” vervangen worden door de “Lden” (=rekeneenheid voor geluidsbelasting), waardoor een eerlijker berekening van de werkelijke geluidsproductie mogelijk is. Helaas is de ervaren geluidsoverlast door bewoners nog niet te meten. Daarvoor is maar één relevante maat: het aantal klachten dat is ingediend bij de DCMR!

John Witjes