Afgelopen donderdag is Wijbrand Boon beëdigd als opvolgend raadslid van de GroenLinksfractie Schiedam. De fractie krijgt daarmee versterking van een kleurrijk en maatschappelijk betrokken man die opkomt voor de mensen in Schiedam en de rijkdom van de stad wil afmeten aan de tevredenheid en het geluk van de inwoners.

Hierbij een geschreven portret van Wijbrand Boon die niet verlegen zit om een uitgesproken mening en deze ook niet onder stoelen of banken steekt.
Laten we bij het begin beginnen: Wijbrand is geboren in 1946 in Rotterdam. Zijn naam, letterlijk ‘strijdzwaard’, heeft hij te danken aan de broer van zijn vader die in 1942 naar Duitsland werd afgevoerd en pas in 1946, net voor de geboorte van Wijbrand, weer opdook in Nederland. ‘Je had natuurlijk geen Twitter en dat soort dingen, dus mijn ouders verkeerden al die tijd in grote onzekerheid over het lot van mijn oom. Uit blijdschap hebben ze mij naar hem vernoemd. In mijn achterhoofd heb ik altijd het idee die naam niet voor niets te hebben gekregen.’
Zijn naam is in ieder geval illustratief voor zijn strijdbaarheid en maatschappelijke betrokkenheid, maar dat heeft hij niet van vreemden: ‘Mijn ouders hebben me het linkse en atheïstische gedachtegoed met de paplepel ingegeven. Ze waren eerst actieve CPN’ers die later meegegaan zijn naar GroenLinks.’ In zijn overtuiging zijn groen en links duidelijk met elkaar verbonden: ‘Je kunt niet groen zijn zonder ook links te zijn. Omgekeerd kan ook niet trouwens.’
Wijbrand begon zijn werkzaam leven als cultureel werker en is later overgestapt naar het onderwijs, als docent techniek. Hier koos hij voor leerlingen die wel een steuntje in de rug konden gebruiken, zoals jongeren die in het kader van de gezinshereniging in Nederland terechtgekomen waren. Dat vond hij een uitdaging: ‘Deze jongens hadden de minste kans in de maatschappij. Door ze goed te begeleiden kon je ze mogelijkheden bieden vooruit te komen.’
Om die reden werd hij ook docent Nederlands als tweede taal, want ‘door taal vergroot je de zelfredzaamheid van mensen en geef je ze een kans sterker te worden.’
Diezelfde motivatie bracht hem in de gemeenteraad, want Wijbrand is geen onbekende in de lokale Schiedamse politiek. Tussen 2006 en 2010 was hij gemeenteraadslid voor de SP en na de breuk binnen de fractie in 2009 ging hij over naar Progressief Schiedam (dat sinds 2014 een blok vormt met GroenLinks). Wijbrand koos daarna voor GroenLinks vanwege het groene en linkse karakter, maar ook omdat het een partij is van ‘eigenwijze mensen.’
En eigenwijze mensen bevallen hem wel.
Vanuit zijn beroepsachtergrond is hij uiteraard nauw betrokken bij onderwijszaken, maar ook wonen, werken en cultuur liggen hem na aan het hart. Daarnaast staan er aanzienlijke veranderingen voor de deur: ‘Kiezers beseffen volgens mij onvoldoende dat 2015 een cruciaal jaar gaat worden.’ Wijbrand doelt daarmee op de overheveling van zorgtaken en bijstandstaken van het rijk naar de gemeenten. ‘Het kan en mag niet alleen om bezuinigingen gaan. We moeten niet mee willen gaan in het opgelegde neoliberale denken waarin goedkoper automatisch staat voor beter. Het gaat namelijk om het maken van goede keuzes.’
Dat dat nogal eens misgaat, laten de verschillende privatiseringen van de afgelopen decennia zien en bijvoorbeeld de schaalvergrotingen in het onderwijs, waar het management zichzelf gretig markconforme salarissen laat uitbetalen, maar de kwaliteit van het onderwijs er niet beter op wordt.
Wat vindt hij van Schiedam als stad en woonplaats? Wijbrand houdt van de menselijke maat van de stad: ‘Alles bevindt zich op loopafstand. In een uur loop je van noord naar zuid en van oost naar west. Bovendien is Schiedam mooi. Zeker het stadscentrum. Alleen zonde van de leegstand van winkels en huizen boven die winkels.’ De mooiste plek vindt hij de Plantage. En binnen de Plantage vooral het kabouterhuisje (zie: https://www.facebook.com/Ka.Bouter).
Op de vraag wat hij hoopt over vier jaar bereikt te hebben in de gemeenteraad, luidt het korte en krachtige antwoord: ‘Een socialer, opener en (nog) mooier Schiedam.’