GroenLinks en Progressief Schiedam zijn geen grote voorstanders van cameratoezicht. Tijdens de commissievergadering van 9 december had John Maris van Progressief Schiedam namens beide partijen dan ook een aantal vragen en opmerkingen over dit onderwerp. Dit naar aanleiding van de brief van het college van 14 november over cameratoezichtsgebieden.

Maris begon met de constatering dat destijds was afgesproken dat de burgemeester de raad zou consulteren bij uitbreidingen of aanpassingen van het cameratoezicht. Nu, enkele jaren later, is er van consulteren geen sprake meer, maar wordt de raad geïnformeerd.

Maris: ‘Wat blijkt nu? We worden wel geïnformeerd, maar absoluut niet voldoende. Zogenaamde mobiele camera’s worden vaste camera’s op dezelfde locatie. Waarom dat is, maakt men niet duidelijk. Er zijn gesprekken gevoerd met de politie en daar zou uit blijken dat het noodzakelijk is’.

Maris noemt het opvallend dat geen verslaglegging heeft plaatsgevonden en er ook geen onderzoeken of cijfers over overlast en criminaliteit zijn: ‘We moeten dus maar aannemen dat het noodzakelijk is dat we het aantal vaste camera’s verveelvoudigen’. Een vreemde situatie in de ogen van GroenLinks en Progressief Schiedam.Want ‘hoe zit het met de controlerende functie van de raad? Zowel voor- als tegenstanders van cameratoezicht moeten goed geïnformeerd worden. Nam de overlast werkelijk af? Zijn en criminelen opgepakt dankzij de camera’s? Waarom precies is dit besluit genomen?’

Progressief Schiedam en GroenLinks zijn van mening dat terughoudendheid geboden is bij het gebruik van camera’s en dat de gemeente ze alleen daar moet inzetten waar de noodzaak is aangetoond. Maris: ‘Wij hebben niet het gevoel dat we daar nu mee te maken hebben. Wanneer en hoe worden wij geïnformeerd over nut en noodzaak?’

Ter afsluiting sprak John Maris de hoop uit ‘dat we eind deze maand een betere evaluatie krijgen over de camera’s op de Koemarkt en dat het niet een zelfde drama-evaluatie is als enkele jaren geleden’.