Opvolgend raadslid Wijbrand Boon vertrekt uit Schiedam en daarmee uit de Schiedamse politiek. Samen met zijn vrouw verhuist hij naar Creil. Creil? Ja, een plaatsje met ongeveer 1650 inwoners langs de dijk tussen Urk en Lemmer. Willem Visser ging in gesprek met Wijbrand over zijn plannen, zijn jaren in de Schiedamse politiek, zijn belangstelling (zeg maar gerust passie) voor kunst, cultuur, onderwijs, mensen en wat al niet meer.
Om maar met de hamvraag te beginnen: wat brengt een geboren Rotterdammer die sinds 1999 in Schiedam woont naar een gehucht in de Noordoostpolder? Daarvoor zijn twee redenen. De eerste is dat zijn vrouw, die geboren is in Wageningen in een huis uitkijkend over de Rijn, er na 35 jaar in de Randstad naar verlangt weer ‘van zich af te kunnen kijken de ruimte in’. Bovendien houdt zij erg van tuinieren. De tweede is dat Wijbrand (‘ik ben nu eenmaal een hyperactief mannetje’) onder andere een hartstochtelijk meubelmaker is en verlangt naar een werkplaats waar hij zijn gang kan gaan. ‘In feite komt het er dus op neer dat we een tuin en een werkplaats hebben gekocht waar ook nog een woonhuis aan vastzit’.
Met zijn verhuizing komt er automatisch een eind aan zijn actieve betrokkenheid bij de Schiedamse politiek: in 2007 begonnen als raadslid voor de SP, later als lid van de fractie Hamerslag en sinds 2014 voor GroenLinks. Hij stond derde op de lijst, maar zoals bekend veroverde GroenLinks twee zetels. Zodoende werd hij ‘opvolgend raadslid’. Een rol waarin hij, zoals hij zelf toegeeft, ‘niet altijd mijn draai heb kunnen vinden’. Een beetje tussen de wal en het schip, zo voelde het.
Schiedamse politiek
Niet dat hij niet van zich liet horen. In de discussie over de opvang van vluchtelingen was hij prominent in beeld. De gemeente reageerde nogal laks op de oproep van staatsecretaris Dijkhoff om vluchtelingen op te vangen. ‘Het was duidelijk dat Schiedam de zaak wilde afhouden’. Vervolgens ontstond er een relletje waarbij een journalist hem woorden in de mond legde over de opvang in het gebouw van de DCMR: ‘Met als gevolg heetgebakerde buurtbewoners’. Resultaat: een halfslachtige oplossing met een pand op de Willem Passtoorsstraat voor ongeveer 50 vergunninghouders: ‘Deze mensen hebben een verblijfsstatus en horen dus gewoon een woning te krijgen’. Is deze houding karakteristiek voor de Schiedamse politiek?
‘Ja, wat ik mis in Schiedam is lef’, vindt Wijbrand, ‘De raad steekt zijn nek niet uit. De gemeente verzint allerlei technieken om vooral niets vooruitstrevends te doen’. Als voorbeelden noemt hij ook het afhouden van een milieuzone, of het autovrij maken van de Lange Haven. ‘Die parkeerplaatsen moesten blijven, omdat de middenstand bang is klanten te verliezen. Maar je hebt daar een prachtig stadsgezicht, zeker zo mooi als Amsterdam, maar wel zonder de drukte. Als de middenstand al klanten verliest, krijgen ze er veel meer nieuwe voor terug’.
Betrokken bij medemens
De inzet van Wijbrand voor vluchtelingen, staat niet op zichzelf. Hij is al jaren betrokken bij het werk van Artsen zonder Grenzen: ‘Die zitten natuurlijk in gebieden waar veel vluchtelingen vandaan komen. Dat is een link, maar ik voel me sowieso betrokken bij mijn medemensen die het net even minder getroffen hebben dan ik’. Dat is ook de rode lijn die door heel zijn carrière loopt: betrokken en met een drive mensen te helpen ‘en als het enigszins kan, blij te maken’.
Hij begon in het club- en buurthuiswerk waar hij taallessen gaf aan wat destijds nog ‘gastarbeiders’ heette. Daarna kwam hij terecht in het onderwijs. Eerst aan leerlingen die wel een steuntje in de rug konden gebruiken, zoals jongeren die in het kader van de gezinshereniging in Nederland terechtgekomen waren. Dat vond hij een uitdaging: ‘Deze jongens hadden de minste kans in de maatschappij. Door ze goed te begeleiden bied je ze mogelijkheden vooruit te komen’. Ook gaf hij lessen ‘Nederlands als tweede taal’. Want ‘door taal vergroot je de zelfredzaamheid van mensen en geef je ze een kans sterker te worden’. Het waren niet altijd de makkelijkste groepen (bijvoorbeeld vroegtijdig schoolverlaters) waaraan hij les gaf: ‘Maar wel groepen waarbij je het verschil kunt maken’.
Kunst en cultuur
Inmiddels is Wijbrand 70 jaar en dus al een tijdje met pensioen: ‘Ik hou van kunst en cultuur, lezen, dus dacht: dat word een heerlijke lange vakantie. Maar na een tijdje begon die vakantie wel héél lang te duren’. Hij miste een uitdaging. Zodoende raakte hij betrokken bij verschillende organisaties als vrijwilliger. Hij bemant enkele dagen per week de informatiebalie in de Rotterdamse Schouwburg: ‘Ik hou van de Schouwburg en wil graag bijdragen aan het idee dat de hal de huiskamer van Rotterdam kan zijn’.
In Schiedam maakt hij deel uit van ‘Mooi Werk’. Deze stichting legt een link tussen kunst in brede zin en ‘wat we dan maar de gewone Schiedammer noemen. Het aardige is dat het niet hoogdravend is. Dat is precies wat ik geweldig vind’. Wat hij het leukste vindt te doen, zijn de scootmobiel-rondleidingen. ‘Onlangs heb ik dat gedaan door Groenoord. Ik neem dan mensen op hun scootmobiel mee door de wijk en vertel over de kunst die te zien is’. Tot zijn spijt is er geen scootmobiel beschikbaar voor de rondleider, ‘want het lijkt me fantastisch om op zo’n ding door de wijk te toeren’.
En hoewel het misschien geen kunst met een grote k is, ‘runt’ hij de kabouterboom in het nabijgelegen Plantage Park. De gebeurtenissen rond de boom zijn te volgen op facebook. Worden de kabouters wezen, nu hij vertrekt? ‘Nee, gelukkig niet, want er is een opvolger gevonden’.
Geen kapsones
Terwijl we afscheid nemen en nog even bij het goed gevulde bibliotheekkastje naast zijn huis (‘de nieuwe eigenaren hebben beloofd dat het blijft hangen’) staan te praten, schiet Wijbrand nog iets te binnen wat hij graag kwijt wil: ‘Ik bedenk ineens dat ik Schiedam eigenlijk een heel mooie stad vind. Ik voel me heel prettig als ik hier in de Hoogstraat loop; ik voel me er heel erg op mijn gemak. Eigenlijk voel ik me er meer thuis dan in Rotterdam, waar ik toch geboren ben. Schiedam is relaxt en mensen hebben geen kapsones’.
Wijbrand Boon zal in het verre Creil, terwijl hij uitkijkt over het IJsselmeer, op een onbewaakt ogenblik Schiedam misschien wel eens missen. Maar omgekeerd zal Schiedam deze markante inwoner zeker gaan missen.
Willem Visser