Het Stadserf,
Of ze er nou de toren mee bedoelen, de oude bibliotheek of het plein ervoor; iedereen in Schiedam heeft er een mening over, het Stadserf. Of eigenlijk, ‘het Stadserfcomplex’. Toen ik zelf in Schiedam kwam wonen, alweer 11 jaar geleden, weet ik nog dat ik met de metro op station Schiedam Centrum kwam en vervolgens de stad in liep. Mij was verteld dat Schiedam een historisch centrum had met grachten (later leerde ik dat we ze hier ‘havens’ noemen) en oude molens. Ik was benieuwd! En toen liep ik ineens tegen een of ander kaal en tochtig plein aan. Ik was overduidelijk nog niet in het centrum, dus liep snel verder. Het centrum was inderdaad zoals beloofd trouwens, en ik zag mezelf hier wel wonen.
Toen ik geïnteresseerd raakte in politiek, moest ik toch vaker op het Stadserf zijn. En mijn verbazing van 11 jaar geleden is eigenlijk nooit verdwenen. Hoe kan het nou toch zo zijn dat we van de plek van ons ‘huis van de stad’ zo weinig hebben weten te maken? Nauwelijks leven, stenen, stenen en nog eens stenen en het groen is ver te zoeken. Pas veel later ontdekte ik dat de historische ruïne er ook nog ergens staat, verstopt achter een uitloper van ons gemeentehuis. Daar moet toch wat aan te doen zijn, zou je denken.
Gelukkig is ons college daar nu ook achter. En, eerlijk is eerlijk, daar is meer aanleiding voor dan alleen de lelijkheid van het Stadserfcomplex. Zo moet er sowieso iets gedaan worden aan de huisvesting van de gemeentelijke organisatie, want die is hopeloos verouderd. Daarnaast willen we al langer onderzoeken of het theater niet een eigen ingang kan krijgen. De huidige ingang is voor bezoekers vaak onvindbaar en wordt gedeeld met het gemeentehuis, waardoor er elke avond dat het theater open is een extra beveiliger moet zitten. Bovendien zou het mogelijk moeten zijn om het Stadserf beter te laten passen in de omgeving, en in de route van station naar binnenstad. Tenslotte liggen er mogelijkheden voor woningbouw op en rond het Stadserf, wat goed uitkomt, omdat we in Schiedam behoefte hebben aan (veel) meer woningen. Dit leidt ertoe dat het college nu een voorstel aan de gemeenteraad heeft gedaan om de komende tijd te onderzoeken of het Stadserfcomplex kan worden aangepakt, vergroend, er woningen bij kunnen én het theater een eigen entree kan krijgen.
Natuurlijk is er ook kritiek. Deels gaat die over allerlei details in het uiteindelijke plan. Hoe hoog de bomen zijn, waar de looppaden komen en hoe het plein eruit ziet. Die vragen zijn nu eigenlijk nog helemaal niet aan de orde: er is namelijk nog geen uitgewerkt plan. Deels gaat de kritiek over de vraag of we dit nou wel moeten willen, in deze tijd. Corona is toch veel belangrijker? Moeten we onze aandacht (en ons geld) niet bewaren voor belangrijkere dingen? Ik snap die kritiek wel, maar ben het er niet mee eens. Want ook als we nu geen nieuw plan voor het Stadserf laten maken, moeten we alsnog iets doen aan de huisvesting van de gemeentelijke organisatie. En dat kost hoe dan ook geld. Dan is het slimmer om direct een goed uitgewerkt plan te maken. Want anders zouden we dat later alsnog moeten doen en kost het bij elkaar meer geld dan nu nodig zou zijn.
De vraag morgen in de gemeenteraad is daarom vooral: willen we het college de opdracht geven om de komende tijd een mooi plan voor het Stadserfcomplex uit te werken? Of gaan we zonder goed plan alsnog veel geld uitgeven om dingen te doen die toch noodzakelijk zijn? Wat mij betreft kiezen we ervoor nu eens een echt goed plan te maken. Met natuurlijk veel input vanuit de stad, het Stadserf is namelijk van iedereen. Want dan is de kans het grootst dat het Stadserfcomplex een groen, levendig, aansprekend gebied wordt. En dat verdient Schiedam!