Stel je eens een feestje voor. Niet zo een met alleen maar vrienden uit je eigen bubbel, maar zo’n kringverjaardag met blokjes kaas, bakjes nootjes en mensen die je niet helemaal zelf hebt uitgezocht maar wel voldoende waardeert om met elkaar om te gaan. In zo’n setting lopen meningen weleens uiteen. Dat kan gaan over politiek in het algemeen, de noodzaak van coronamaatregelen, immigratie, rekeningrijden, noem het maar op. En dus ook over de kleur van Piet. Je ziet de setting zo voor je. Tante Gerda verzucht dat ‘ze’ al onze tradities afpakken, oom Herman betoogt dat blackface niet meer van deze tijd is, collega Angelique vindt dat je het de tijd moet geven en dat het probleem zichzelf dan oplost en buurman Willem brult er steeds tussendoor: “Jongens, het is een KINDERFEEST!”.

Zoals tante Gerda en oom Herman verschillende opvattingen hebben over de kleur van Piet, zijn er ook verschillende opvattingen binnen het college van burgemeester en wethouders in Schiedam. En daarmee is het college in Schiedam weer een goede afspiegeling van de rest van Schiedam, waar de Gerda’s en de Hermannen het er ook niet over eens kunnen worden. Vandaar dat er vorige week een aanvullende brief verscheen vanuit het college van B&W. Immers: in de eerste brief werd de suggestie gewekt dat het scenario dat nu geldt in Schiedam, het uitfaseren van zwarte Piet in drie jaar tijd, een collegebesluit is. Dit is het dus nadrukkelijk niet. Het uitfaseren is een voorstel van SEPS, de organisatie die de intocht van Sinterklaas organiseert. Waar het college het overigens wel roerend over eens is, is dat voor- en tegenstanders met elkaar in gesprek moeten blijven.

Waarom ik er zo aan hecht dat duidelijk is dat het voorstel van SEPS géén collegebesluit is? Om een simpele reden: ik ben een oom Herman. Een aantal weken geleden schreef ik een column over subtiel racisme, toen nog niet wetende dat de pietenbrief vlak daarna zou worden verstuurd. Zwarte Piet is een toonbeeld van subtiel racisme. De voorstanders verdedigen zwarte Piet echt niet uit racistische overwegingen en ik twijfel in die zin heus niet aan hun goede bedoelingen. Maar feit is dat met deze keuze een deel van de Schiedammers wordt buitengesloten omdat ze zich gekwetst voelen. Ze voelen zich gekwetst door een fenomeen dat niet strikt noodzakelijk is om met elkaar in goede traditie een feestje te kunnen blijven vieren. De vraag is of traditie voldoende reden is om mensen te kwetsen. Als we streven naar een inclusief Schiedam, moeten we ervoor zorgen dat niemand zich buitengesloten voelt en met Zwarte piet is dat nu eenmaal het geval.

De oplossing die nu door SEPS wordt aangedragen, zorgt eigenlijk alleen maar voor verliezers. Dat zag je wel in de maatschappelijke reacties van de afgelopen tijd: niemand lijkt tevreden. De Gerda’s roepen dat het een schande is dat hun zo geliefde zwarte Piet over drie jaar is verdwenen, en de Hermannen spreken er schande van dat het niet meteen gebeurt. Volgens mij zou het om zowel principiële als pragmatische overwegingen beter zijn direct de knoop door te hakken. In principiële zin zie ik dat SEPS gelukkig erkent dat het zwart schminken van Piet niet meer wenselijk is: anders zou er sowieso niet worden gekozen voor afbouw. Maar net zoals je niet een beetje zwanger kan zijn, kan je ook niet een beetje racistisch zijn. Je kan dus wel elk jaar 25% minder zwarte pieten beloven, je blijft tot 2023 voor een deel van de Schiedammers racistisch. Dat kan niet de bedoeling van SEPS zijn.

En dat het pragmatische. De komende jaren krijgen we ieder jaar weer dezelfde discussie. Ieder jaar tot 2023 zijn zowel voor- als tegenstanders niet tevreden. SEPS toont zich met deze afbouw bereid om gehoor te geven aan een maatschappelijke discussie, en dat is fijn. Maar mijn advies is: trek die pleister er in een keer af. Het doet vast even pijn, maar het bespaart je drie jaar geëtter. 

Nogmaals: het college heeft er bewust voor gekozen geen mening te hebben over deze materie; ik schrijf dit dan ook als Schiedammer. Als Schiedammer doe ik met klem deze oproep aan SEPS: hak die knoop nou gewoon in een keer door. Dat is uiteindelijk beter voor iedereen.